NIEUWEGEIN – Drie Nederlandse basketballers zien hun droom om in de National Basketball Association (NBA) te spelen vandaag een stapje dichterbij komen. De league nodigde Max Pikaar, Ryan van Eyck en Wamba Ngouateu uit om van 5 tot en met 9 juli in actie te komen tijdens de NBA Academy Games.
Pikaar, Van Eyck en Ngouateu spelen in Nederland voor de Orange Lions Academy, het talentenprogramma van de Nederlandse Basketball Bond (NBB). In samenwerking met het Centrum voor Topsport en Onderwijs Amsterdam faciliteert de bond trainen, studeren en wonen voor de Orange Lions beloften.
Tijdens de NBA Academy Games nodigt de NBA talenten van over de hele wereld uit om te laten zien wat ze kunnen. Vorig jaar bezochten meer dan 250 universiteitscoaches en zo’n 25 NBA Scouts het evenement, dat voor spelers kan dienen als een springplank naar Amerika. Nike sponsort het initiatief en voorziet deelnemers van schoenen en kleding. De NBA betaalt vervoer, verblijf en onkosten.
Internationale ervaring
Max Pikaar (18 jaar, 2.08 meter) scoorde afgelopen jaar in acht wedstrijden zo’n acht punten per wedstrijd voor Orange Lions Academy. Ryan van Eyck (18, 1.92m) speelde al acht jeugdinterlands voor Nederland. Daarin kwam deze schutter gemiddeld tot zo’n 7 punten, met een uitschieter van 17 punten tegen Bosnië. Wamba Ngouateu (17, 1.97m) kwam zes keer voor ons land uit. Tegen Slovenië had hij zijn beste wedstrijd: 15 punten, 10 rebounds en 3 blocks.
Luiz Lemes, coach bij Orange Academy Lions: “Kansen als deze zijn de hele reden dat spelers als Max, Ryan en Wamba voor onze academie kiezen. We zijn er trots op dat Nederland het enige Europese land is dat drie spelers afvaardigt naar deze wedstrijden.” Hij denkt dat de Academy Games goed zijn voor de eigen ontwikkeling, maar ook voor die van teamgenoten. “De ervaring is enorm voor die jongens. In een paar dagen tijd spelen ze tegen de beste jeugdspelers van de wereld en maken ze kennis met allerlei verschillende speelstijlen uit Afrika, Latijns-Amerika, Australië en de VS. Dat betekent enorm veel voor hun ontwikkeling, en die ervaring nemen ze weer terug mee naar Nederland.”