In de eerste vijf maanden van dit jaar exporteerden de EU-lidstaten minder varkensvlees naar derde landen vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. De export daalde met ongeveer 2 procent. In tegenstelling tot de meeste andere EU-landen kon Duitsland zijn export aanzienlijk uitbreiden. Nederland is na Spanje de grootste exporteur. Dat meldt de Agrarmarkt Informations-Gesellschaft (AMI) op basis van gegevens van de Europese Commissie.
Volgens AMI bleef de varkensvleesexport van de EU naar derde landen tussen januari en mei 2024 dalen. In totaal exporteren de EU-lidstaten 1,7 miljoen ton, ongeveer 2 procent minder dan in dezelfde periode vorig jaar. De afzonderlijke landen ontwikkelden zich heel verschillend.
Spanje blijft de grootste varkensvleesexporteur van de EU, met een marktaandeel van bijna een derde, maar de export van het land is sinds het begin van het jaar gedaald. Van januari tot mei 2024 leverden Spaanse exporteurs in totaal 0,54 miljoen ton varkensvlees aan derde landen, 4 procent minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Nederland en Denemarken nemen de tweede en derde plaats in onder de grootste leverancierslanden met respectievelijk 0,28 miljoen ton en 0,26 miljoen ton varkensvlees. Ook hier werden exportdalingen van 5 procent geregistreerd.
Duitsland staat op de vierde plaats met iets minder dan een tiende van het marktaandeel. In de eerste vijf maanden van dit jaar werd ongeveer 0,16 miljoen ton varkensvlees vanuit Duitsland geëxporteerd, wat 17 procent meer is dan in dezelfde periode vorig jaar.
China blijft op de eerste plaats onder de kopers met een aandeel van ruim een kwart, circa 0,45 miljoen ton, van de totale export van januari tot mei 2024. Ook al heeft de Volksrepubliek de import van varkensvlees uit de EU met bijna 14 procent verhoogd, vergeleken met het voorgaande jaar is dit verminderd.