De Nederlandse mannen onder 18 jaar spelen vanaf morgen (vrijdag 26 juli) hun EK in de B-Divisie. Coach Matthew Otten zegt, net als zijn collega’s bij andere nationale teams, dat promotie altijd het doel is. “Ik vind dat wij altijd een A-land moeten kunnen zijn.”
Maar coach Otten benoemt meteen de grootste drempel waar zijn team voor staat. “Het probleem is alleen dat er veel A-landen in de B-divisie spelen.” Met andere woorden: veel ploegen zijn volgens hem aan elkaar gewaagd, doen weinig voor elkaar onder.
Wie er onderlinge partijen winnen is dus afhankelijk aan de match-ups. Nederland zal zijn voordelen volgens Otten uit lengte, atletisch vermogen en inzet moeten halen. “Daar hebben we op geselecteerd: jongens die hard werken en kunnen verdedigen.”
Oranje speelt met een paar hele lange jongens onder de borden, Jules Deijkers en Kiron Issdorides zijn goede stretch fours en Wamba Ngouateu kan de wing goed verdedigen. “En op de guard-positie hebben we tot slot een stel hounds rondlopen die het hele veld kunnen verdedigen.”
De goede verdediging moet voor de mannen de beste offense zijn. Otten: “Hoe minder set plays we hoeven te lopen, des te beter staan we ervoor. We moeten het van de omschakeling hebben.” Sleutelpunten voor de poulewedstrijden (tegen Roemenië, Slowakije, Bulgarije en Montenegro) noemt hij niet echt. “Het is een sterke poule. Maar bij de jeugdtoernooien staan elk jaar nieuwe teams aan de start. Wij focussen ons volledig op onszelf en dan maken we goede kans.”
Die kansen had het team vorig jaar, toen ook onder Otten, ook wel. De U18 kwam toen foutloos door de poules en werd uiteindelijk zesde (na verlies in kwartfinale). “Het toernooi begint tegen Slowakije en van wat ik zie zijn wij veel langer en atletischer dan zij. Als wij deze poule goed doorkomen, is promotie zeker mogelijk.”