Het Brusselse Beursgebouw, opgeleverd in 1873 en ontworpen door architect Léon-Pierre Suys, dateert uit de tijd dat Brussel werd herdacht naar het voorbeeld van de metamorfose van Parijs, waar na de Juni-oproer van 1848 de stad is heraangelegd om rellen daadkrachtig neer te slaan.

Ook het Beursgebouw kreeg dan vorm, met op de achtergrond een aanzienlijke groei van het belang van de handelsbeurs door de economische en industriële bloei van België. Doorheen de eeuwen heen verloor het Beursgebouw geleidelijk aan haar functie als handelsbeurs en in 2015 verlieten de laatste handelaars het gebouw. Tot 2023 lag het gebouw er dan ook verloederd bij.

Na renovatie opende het hernieuwde Beursgebouw in september 2023 opnieuw de deuren, als een plek waar erfgoed, cultuur en geschiedenis samenvloeien. Een jaar na opening blijkt het gebouw een trekpleister te zijn voor Brusselaars en Belgen. Zo trokken sinds de heropening reeds 1,3 miljoen bezoekers naar het imposante Beursgebouw.

De biertempel ‘Belgian Beer World’ blijft evenwel onder de verwachtingen presteren. Brussels burgemeester Philippe Close (PS) hoopte bij de opening van het biermuseum op 360.000 bezoekers per jaar – het zijn er slechts 150.000 geworden.

Populairste toeristenattractie

Dirk Lubbers, sinds enkele maanden interim-directeur van de Beurs, wil daar verandering in brengen. Lubbers gaf zes jaar leiding aan de zogenoemde Heineken Experience in Amsterdam, een interactieve rondleiding door de geschiedenis van de bierproducent in de oude brouwerij aan de Stadhouderskade. Onder hem groeide de Experience uit van een relatief klein museum met zo’n 340.000 bezoekers per jaar in 2009 naar één van de populairste toeristenattracties van de Nederlandse hoofdstad met ruim een miljoen bezoekers per jaar.

Lubbers klinkt in ieder geval optimistisch. “Het kost tijd om alles volledig vorm te geven in het Beursgebouw, maar we zitten op de goede weg”.

Volgens Lubbers zijn vooral de zichtbaarheid en marketing van het museum pijnpunten.

‘Belgian Beer World’ kwam eerder ook al in opspraak vanwege een hoog oplopend prijskaartje. De biertempel kostte 90 miljoen euro in plaats van de geraamde 15 miljoen.