Door RTL Nieuws·3 mei 2024·Aangepast: 3 mei 2024
RTL Nieuws
Vorige week maandag werden in Duitsland in één klap drie mensen gearresteerd. Ze worden ervan verdacht sinds juni 2022 gevoelige informatie te hebben doorgesluisd aan China.
Eén van hen zou hebben gewerkt voor een medewerker van het Chinese ministerie van staatsveiligheid en zou informatie hebben verkregen over ‘militair bruikbare technologieën’. Ook een Duits echtpaar werd gearresteerd: zij zouden hem hierbij geholpen hebben.
Op dezelfde dag werden in Engeland twee mannen beschuldigd van spionage voor China, nadat ze naar verluidt informatie hadden verstrekt die ‘nuttig zou kunnen zijn voor een vijand’. En nog geen dag later werd ook een medewerker van de prominente Duitse rechts-radicale partij AfD opgepakt op verdenking van spionage voor China.
“Het is inderdaad opvallend dat er zoveel zaken naar buiten zijn gekomen”, zegt Koen Aartsma, inlichtingen- en veiligheidsexpert bij instituut Clingendael. Of er ook daadwerkelijk meer gespioneerd wordt, is moeilijk vast te stellen. Enerzijds zijn we er nu wellicht wat alerter op, zegt hij: “De focus van westerse diensten is waarschijnlijk weer meer op het tegengaan van spionage komen te liggen.”
Maar tegelijkertijd is volgens Aartsma de spionagedreiging wel zeer groot: “China bespioneert op industriële schaal in het buitenland, ook in Nederland.” Dat heeft mogelijk te maken met de banden tussen Europa en China, die de afgelopen tijd minder sterk zijn geworden: “China heeft grote economische en politieke belangen in het Westen en tegelijkertijd zijn China en het Westen meer tegenover elkaar komen te staan op het wereldtoneel.”
Als reactie op de Duitse arrestaties zei China vorige week zelf dat ‘de recente berichten in Europa over Chinese spionage allemaal een hype zijn met als doel China te besmeuren en te onderdrukken’, en dringt het land aan ‘om te stoppen met het verspreiden van desinformatie over de Chinese spionagedreiging’.
Toch zijn er zeker genoeg redenen voor China om in Europa te spioneren. Dat doen ze bijvoorbeeld om economische redenen: om kennis op te doen en bij innovaties dingen af te kijken: “In Europa is er gewoon veel kennis en veel hoogwaardige technologische industrie, zoals de halfgeleiderindustrie, lucht- en ruimtevaart, en maritieme industrie”, zegt Willemijn Aerdts, docent Intelligence Studies aan de Universiteit Leiden. “Ze willen graag wat ze mogelijk zelf zouden kunnen gebruiken.”
Er wordt ook om politieke redenen gespioneerd. “Het land speelt een belangrijkere rol op het wereldtoneel, en wil om zijn belangen te dienen dus weten hoe het buitenland denkt over China, en daar vat op krijgen”, zegt Aartsma.
Dat kan tot op zekere hoogte ook door middel van diplomatie, ‘maar spionage vormt een belangrijke aanvulling daarop als een land niet het achterste van zijn tong wil laten zien.” Daar is China overigens niet de enige in, benadrukken Aerdts en Aartsma allebei. “Eigenlijk doen heel veel landen aan spionage”, zegt Aartsma. “Al is spioneren om wijzer te worden wél iets anders dan spioneren om een land of bevolking vervolgens te kunnen beïnvloeden.”
En een spion hoeft dan ook geen James Bond-figuur te zijn, met een lange jas en een gleufhoed. Spionnen kunnen eigenlijk iedereen zijn die toegang heeft tot bepaalde kennis, zoals bij bedrijven of universiteiten, en die daarover informatie zouden kunnen leveren, zegt Aerdts: “Het kunnen heel gewone mensen zijn, die vervolgens betaald worden om te spioneren.
Al zijn er, naast het ontvangen van geld, ook andere motivaties om spionagewerkzaamheden voor een land te verrichten, zegt Aartsma: “Zoals ideologische motivatie, of druk vanuit een land. Ook kan het een rol spelen dat sommige mensen het wel interessant vinden. Spionage spreekt natuurlijk tot de verbeelding.”
Die druk kan in het geval van China zeker een rol spelen, vertelt Aerdts. “Het land wil een grootmacht zijn, een koploper op elk gebied. En alle Chinezen zijn in theorie verantwoordelijk daaraan een bijdrage te leveren. Daarmee kunnen Chinezen in het buitenland ook onder druk worden gezet.”
Ook in Nederland wordt dus gewaarschuwd voor Chinese spionage. De MIVD maakte eerder dit jaar nog bekend dat er Chinese spionagesoftware op een computersysteem van de krijgsmacht werd gevonden. En de AIVD wijst in het jaarrapport naar de dreiging van cyberaanvallen, heimelijke investeringen en spionageactiviteiten uit China.
“Ik denk dat de diensten er hier in Nederland al langer ontzettend alert op zijn, we kunnen ervan uitgaan dat ze erbovenop zitten”, zegt Aerdts. Als er in Nederland bij de inlichtingen- en veiligheidsdiensten het vermoeden bestaat dat er sprake is van spionage, dan kunnen zij die informatie aan het Openbaar Ministerie doorspelen. “Daarop kan het OM dan besluiten een eigen onderzoek te starten.”
Toch is het ook van belang om als samenleving, zoals bij bedrijven en universiteiten, alert en bewust te zijn van de informatie waarover we beschikken, zegt Aerdts. “We mogen iets minder naïef zijn.”