Deze week begon de zogenoemde Fair Fashion pop-up. Hierbij organiseren lokale ondernemers, in samenwerking met de gemeente, allerlei activiteiten, zoals workshops en modeshows rondom het thema duurzaamheid. Een speciale route moet de bezoeker bovendien langs alle duurzame winkels leiden.
Maar ook zonder speciale route, is de duurzame mode al flink in trek. Bij kledingwinkel Appel en Ei leveren klanten in wat ze niet meer dragen en krijgen ze vervolgens 40 procent van de opbrengst. “Ik denk dat op een goede dag wel meer dan tien mensen zich inschrijven”, zegt winkelmanager Meryl van den Rijk.
Voor de Haarlemse klanten biedt de duurzame optie verschillende voordelen. “We hebben kasten vol met kleding die nauwelijks gedragen is, hoe mooi is het als iemand anders daar plezier van kan hebben”, zegt Vera Olah. Chantal Mallet zoekt graag naar unieke kledingstukken: “In de kringloop kan je iets vinden wat niemand heeft.”
Toch is lang niet iedereen bij het shoppen bezig met duurzaamheid. Eline loopt met een gevulde tas de Zara uit. Zij koopt haar kleding liever daar dan bij een tweedehandswinkel, vertelt ze. Waar die voorkeur vandaan komt, weet ze niet zo goed: “Het is niet per se een hele bewuste keuze.”
Het is dat gebrek aan bewustzijn, waar modeontwerper Simone Hom zich zorgen over maakt. Simone werkt bij de kledingwinkel CÉ, waar alle kleding met de hand wordt gemaakt. Volgens haar moeten we af van de norm dat kleding zo goedkoop is, omdat anderen daar de dupe van zijn. “Ga eerder voor een item waar je langer plezier van kan hebben en wees je bewust van wat je koopt.”