Leestijd van ongeveer 1 minuut
De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van dit jaar onverwacht gekrompen. Het ging om een krimp van 0,1 procent vergeleken met het voorgaande kwartaal, waarin de economie nog uit een recessie kwam.
Economen hadden in doorsnee juist op een beperkte groei gerekend voor de eerste drie maanden van dit jaar. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stelt dat de neergang komt door de daling van de export en het krimpen van de industrie. Ook daalden de bouwinvesteringen en was er een negatieve bijdrage van de verandering in voorraden.
In een toelichting spreekt CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van een “domper” voor de economie. “De industrie en export bedierven het feestje”, aldus Van Mulligen. Voor heel dit jaar wordt nog wel groei verwacht. “Deze krimp boort nog niet gelijk de hoop op groei over heel 2024 de grond in”, zegt de econoom.
De bestedingen van de overheid en huishoudens stegen wel. Zo gaven huishoudens meer uit aan kleding, schoenen en vliegvakanties, aldus het statistiekbureau. Daarnaast werd meer geïnvesteerd in vervoersmiddelen en machines.
In vergelijking met het eerste kwartaal van 2023 was sprake van een economische krimp met 0,7 procent. Dat kwam vooral door de zwakke handel en lagere investeringen. Het CBS stelde verder ook de groei van de economie in het vierde kwartaal van vorig jaar neerwaarts bij, van 0,4 naar 0,3 procent op kwartaalbasis.
Nederland valt met de krimp uit de toon met andere Europese landen. Zo groeide de economie van de Europese Unie in het eerste kwartaal met 0,3 procent. Voor Duitsland, de belangrijkste handelspartner van Nederland en de grootste economie van Europa, ging het om een plus van 0,2 procent, net als voor Frankrijk. De Britse economie ging met 0,6 procent vooruit.
Bron: ANP