Op 2 januari 2025 bestaat de Top 40 60 jaar. In aanloop naar die magische datum gaan we een rondje maken langs diverse leeftijdsgenoten van Nederlands oudste en populairste hitlijst: artiesten/acts en groepsleden die ooit in de Top 40 hebben gestaan en in 1965 zijn geboren. Deze week: Dexter Holland van The Offspring.
Bryan Keith ‘Dexter’ Holland werd geboren in Orange County, Californië, op 29 december 1965. Als tiener luisterde Bryan naar dj Rodney Bingenheimer, die de grootste cheerleader van de punkrock werd genoemd. Bingenheimer had een radioshow (Rodney on the ROQ) op de baanbrekende alternatieve zender KROQ in Los Angeles. Diens programma had een grote impact op jonge acts in de punk en ska, ook Gwen Stefani van No Doubt kreeg bekendheid door deze gewilde zender.
Dexter studeerde in 1984 af aan de Pacifica High School in Garden Grove, Californië, waar hij uitblonk in wiskunde, dat hij net zo spannend vond als punkrock. Hij kreeg de bijnaam Dexter vanwege zijn academische bekwaamheid. Dexter had grote muzikale voorbeelden, van Aerosmith tot The Beatles, Van Sex Pistols tot Bob Marley. Met een vriend en cross-country teamgenoot Gregory David Kriesel (Greg K) richtte hij in het jaar dat hij afstudeerde de punkband Manic Subsidal op. James Lilja kwam als drummer de band versterken. Manic Subsidal hield het echter bij demo’s.
In 1985 werd na enkele line-up wijzigingen de bandnaam veranderd in Offspring en kwam Kevin Wasserman (Noodles) als leadgitarist erbij. Na een geslaagde demo mocht Offspring voor het kleine label Nemesis-records in 1989 hun debuutalbum opnemen. De bezetting was nu naast Dexter en gitarist Kevin ‘Noodles’ Wasserman, bassist Greg Kriesel en drummer Ron Welty. Een paar jaar later werkte de band met producer Thom Wilson aan een 7-inch EP, wat resulteerde in een platendeal bij het ‘grotere’ punklabel Epitaph Records van Bad Religion-gitarist Brett Gurewitz. Bij Epitaph mocht The Offspring hun tweede volledige album Ignition opnemen, een proces dat niet meer dan een maand duurde. Het was de begintijd van de grunge, maar Ignition wist de Amerikaanse albumlijst van Billboard niet te halen. Offspring begon toch wel klein succes te boeken in de zuidelijke regio van Californië en toerde anderhalf jaar door om het album te promoten. Ignition wordt achteraf door verschillende recensenten gezien als het beste Offspring album.
Op 8 april 1994, de dag waarop Kurt Cobain levenloos werd gevonden in zijn huis in Seattle, kwam het album Smash van Offspring bij Epitaph uit en ook deze plaat werd geproduceerd door punkproducer Thom Wilson. Offspring liftte mee op het punkrocksucces van Green Day en het was Dexter Holland’s favoriete radiostation KROQ, dat de op Nirvana lijkende track Come Out To Play op rotation zette. Hierdoor nam de populariteit toe en MTV omarmde eveneens het nummer. Kurt Cobain van Nirvana was net overleden en tieners verlangden naar iemand die de leegte kon opvullen. De songs van Dexter Holland hadden ook de Weltschmerz van Cobain, maar met geestig perspectief, wat een divers publiek aantrok. In september 1994 bereikte Smash de top 10 van de Amerikaanse albumlijst, maar van de plaat werden in de USA geen singles uitgebracht. Come Out To Play behaalde als albumcut de 38e plaats in de Airplay-chart van Billboard.
De tweede single van Smash werd Self Esteem en hoewel de track niet verder reikte dan nummer 45 in de Amerikaanse airplaylijst van Billboard werd het in (Noord-)Europa wel een enorme hit. De single werd destijds veel gedraaid op Radio 3FM en Radio 538 en de clip kwam veelvuldig langs op MTV. Music & Media schreef destijds dat Offspring opnieuw naar voren trad om de rol van Nirvana’s perfecte vervanger te spelen en dat hun vorm van punk zo gemist werd op de rockradio, vanwege de Seattle scene die zichzelf veel te serieus nam. Self Esteem kwam in ons land op 4 maart 1995 de Top 40 binnen op nummer 28, in april stond de single twee weken op nummer 4 en verdween na 18 weken uit de lijst. Smash kwam een maand eerder al de Nederlandse albumhitlijst binnen en hield het 48 weken vol met nummer 5 als piekpositie. Sinds 2014 is de single in de bovenste helft van de Top 2000 te vinden.
Door het grote succes van Smash werd hun debuutalbum uit 1989 nu ook in Nederland uitgebracht. Er volgde o.a. een bijdrage aan de soundtrack Batman Forever, met hun cover Smash It Up van The Damned. Dexter richtte in 1995 samen met Greg K het onafhankelijke punklabel Nitro Records op, voor zowel nieuwe, als al bekende punkbands.
In 1996 ruilde The Offspring het Epitaph label in voor een contract bij Columbia Records, waarna de Offspring frontman er door de hardcore fans van beschuldigd werd zijn punkidealen te hebben verloochend. De band verloor er ook een aanzienlijk deel van hun fans van het eerste uur door. Hun eerste album bij dit majorlabel, Ixnay On The Hombre, kreeg goede recensies, maar leverde geen cross-over hit op. Eind 1998 werd het tijd voor het album Americana, waarin poppy punk en humor de boventoon voerde. Bevatte Self Esteem de echo’s van Nirvana, bij Pretty Fly (For A White Guy) waren Beastie Boys een inspiratie. Het vijfde Offspringalbum is volgens Dexter Holland een commentaar op de Amerikaanse cultuur, waarbij hypocriete levens en politieke correctheid werden gehekeld. Pretty Fly (For A White Guy), waarin een ‘wigger’ wordt bespot, werd in januari 1999 in ons land een verrassende nummer 1-hit. Het album Americana stond nog langer genoteerd dan Smash in de Nederlandse albumlijst en piekte nog hoger.
Dexter Holland is ook een gediplomeerd piloot. Hij maakte in 2004 een soloreis rond de wereld in 10 dagen. In 2017 behaalde hij een doctoraat in de moleculaire biologie. Offspring bestaat nog steeds, hun aangekondigde elfde album laat nog even op zich wachten.
(16/03/2024)